Het
pijproken of toeback suygen.
Over pijproken kunnen we een zeer bedreven verhaal vertellen, maar het gaat er gewoon
om hoe een ieder het pijproken beleeft. Er zijn gezegden over pijprokers, zoals "een
pijproken is geen onrust stoker" en zo zullen er nog wel mmer zijn. Feit is dat het
pijproken een rustgevende werking heeft. Voor het roken van een pijp neem je gewoon even
de tijd. Er is niet zo iets als een "snelle" pijp roken, immers voordat de pijp
uiteindelijk rook produceert is er al heel wat vooraf gegaan. Als ik dit alles op mijzelf
betrek moet ik bekennen dat ik nog te weinig de tijd neem om een pijp op te steken, omdat
de sigaren zo klaar liggen en makkelijker zijn om even snel op te steken. Ik zie nu echter
de "echte" sigaarroken al fronsend achter de computer zitten, want ook om van
een sigaar te genieten moet je de tijd nemen. Daarin heeft deze natuurlijk gelijk, ook een
sigaar verdient voldoende aandacht. Feit blijft echter dat de pijp meer om aandacht
vraagt. In dit stuk wil ik daar verder op ingaan.
Ik wil het hebben in dit deel van de website van het Pijprookgilde Dorus Rijkers hebben
over de pijp. Daarvoor ga ik een aantal onderwerpen behandelen. Dit zullen wellicht niet
alle onderdelen zijn waar aandacht aan kan worden geschonken, maar het zijn wel die
onderwerpen waar de aandacht in eerste instantie het meest naar uitgaat. Daarvoor vindt u
hieronder een aantal termen, door op deze termen met de muis te drukken komt u direct op
de gewenste plaats op deze pagina. De onderwerpen zijn de volgende:
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
|

Een pijp
bestaat uit een aantal onderdelen. Op het plaatje hiernaast zijn deze onderdelen genummerd
en hieronder worden de onderdelen benoemd en omschreven.
1. de koollaag, is hierboven al beschreven.
2. de pot, is de binnenzijde van de kop.
3. de kop, bevat de pot.
4. de tige is het verlengstuk tussen de kop en het mondstuk, meestal van hetzelfde
materiaal als de kop.
5. het mondstuk.
6. de flok is het deel van het mondstuk waarmee het mondstuk in de tige wordt gestoken.
7. de beet is het eindstuk van het mondstuk.
8. het rookkanaal is het kanaal dat loopt van de onderzijde van de pot naar de beet. In
het rookkanaal zit in sommige gevallen ook een "systeem" welke de rook kan
filteren.
|
naar
boven. |
|

Koop ten eerste een goede pijp. Deze zijn misschien wel iets duurder dan de pijpen
die in het mandje op de toonbank staan, maar het kwaliteitsverschil is enorm. Het zou
jammer zijn als je door een ongelukkige pijp keuze besluit de pijp naast je neer te
leggen. Laat je daarom, zeker zolang je nog geen ervaren pijproker bent, daarbij goed
adviseren door een deskundige, zoals een tabaksspecialist.
Kies een pijp die bij u past en die een makkelijke greep heeft. De pijp moet lekker in
de hand liggen, probeer daarom een aantal modellen door ze vast te nemen en voel hoe ze in
de hand liggen. Het aanbod aan modellen is enorm, kies daarom eerst voor een neutraal
model zoals een billard. Bevalt het pijproken dan kan worden gekeken naar een gebogen vorm
of zelfs een freehand.
Dan is er nog het mondstuk. Deze waren vroeger vervaardigd van bakkeliet (herkenbaar
aan de snelle verkleuring tijdens het roken), tegenwoordig zijn de mondstukken meestal van
kunststof. Deze laatste blijven over het algemeen mooi zwart. De breedte van het mondstuk
moet zo zijn, dat je voldoende houvast hebt en dat de pijp niet opzij glijdt. De pijp moet
niet te zwaar zijn en niet te licht zijn. Bij een te zware pijp krijg je het gevoel dat je
kaken ontwricht raken. Bij een te licht pijp verlies je snel interesse.
|
naar
boven |
|

Door een nieuwe houten pijp in te roken zorg je ervoor dat er zich een dunne
koollaag aan de binnenzijde van de kop afzet. Het betekent echter niet dat alle houten
pijpen dienen te worden ingerookt. Veel nieuwe pijpen die tegenwoordig in de vakhandel te
koop zijn hebben vanuit de fabriek al een dunne koollaag meegekregen, deze hoeven dus niet
te worden ingerookt als nieuwe pijpen waar zich geen koollaag in de kop bevindt.

Het inroken van een pijp is een eenvoudige, noodzakelijke en teven prettige bezigheid.
Neem de gloednieuwe en nog glimmende pijp vast en stop vervolgens de pot voor een derde
vol. Steek vervolgens de tabak aan en rook de tabak geheel op. Als de pijp nu is afgekoeld
en de as uit de kop geklopt is het resultaat direct zichtbaar. In de bodem van de kop
heeft zich een zwarte laag afgezet. Dit is de eerste stap in het inroken.

Pas nadat de pijp voldoende is afgekoeld, kan deze voor twee derde worden gestopt en, u
raadt het al, kan de tabak helemaal worden opgerookt. Resultaat, een kop die voor twee
derde zwart verkleurd is. De derde stap is voor de hand liggend, stop de pijp in zijn
geheel en rook alle tabak op. Nu zit er in de gehele kop een zeer dun laagje kool en door
meer te roken zal deze laag alleen maar dikker worden.
Maar waarvoor dient deze koollaag?? De koollaag beschermt de binnenzijde van de
kop van de pijp tegen de grote hitte van brandende tabak. Tevens kan de koollaag de smaak
van de pijp verbeteren, omdat vocht welke tijdens de verbranding van de tabak vrijkomt
door de koollaag deels wordt opgenomen. Voordat het echter zover is gaan er nog een aantal
rooksessies overheen. Pas na een behoorlijk aantal keer roken is de koollaag voldoende dik
om beschermend en absorberend te werken.
It's a dirty job, but someone has got to do it!
Voor het inroken van een pijp is het beter een tabak te gebruiken die niet te sterk, te
aromatisch of gesaust is. Een tabak voor het inroken zou eigenlijk neutraal van smaak en
droog rokend moeten zijn. Het gaat erom de temperatuur in de kop zo laag mogelijk te
houden. Een geschikte tabaksoort voor het inroken zou een baai tabak kunnen zijn. Deze
tabakken hebben een zeer neutrale smaak en roken niet erg heet. Houdt er rekening mee dat
het inroken van een pijp ongeveer 15 tot 20 keer roken vraagt, of een week of twee,
afhankelijk van hoe vaak er wordt gerookt. Na deze periode gaat de koollaag zich verdikken
en wordt het karakter van de pijp steeds beter. De zo zorgvuldig op gebouwde koollaag
behoeft op den duur ook het juiste onderhoud. De koollaag geeft een extra aroma (karakter)
aan de pijp en voorkomt inbranden.
Zorg er
echter voor dat de koollaag niet te dik wordt, dit kan als gevolg hebben dat de kop
scheurt. Wordt de koollaag te dik, schraap deze dan voorzicht weer terug naar een juiste
dikte. Houdt wel in de gaten dat het afschrapen van de koollaag egaal gebeurt en voorkom
afbrokkelen of inkerfen van de koollaag. Heeft u per ongeluk de koolaanslag ongelijkmatig
verwijderd, probeer het dan met schuurpapier voorzichtig te herstellen.
|
naar
boven |
|

Bij
stoppen van een pijp is het belangrijk eerst de tabak goed los te maken, dit bevorderd het
branden van de tabak en vergemakkelijkt het stoppen van de pijp. Over het stoppen ven een
pijp wordt soms erg geheimzinnig gedaan. Er is een vuistregeltje die in het algemeen goed
werkt. Dit vuistregeltje gaat ervan uit dat de pijp in drie delen wordt gestop. Het eerste
(onderste) deel wordt in de kop gebracht en aangedrukt met de kracht van een kinderhand.
Het tweede deel wordt in de kop gebracht en aangedrukt met de kracht van een vrouwenhand
en tenslotte het derde en laatste deel word in de kop gebracht en aangedrukt met de kracht
van een mannenhand.Dit is echter slechts een vuistregeltje, naar mate je meer ervaring
krijgt in het stoppen en roken van de pijp ontwikkel je je eigen manier van stoppen.
Wat in alle gevallen erg belangrijk is, is steeds even aandrukken en proef-trekken
om te ervaren of de pijp goed gestopt is en er geen valse lucht wordt aangetrokken. De
pijp is goed gestopt als je bij het trekken aan de pijp een beetje weerstand ervaart. Niet
teveel weerstand, want dan is de pijp te strak gestopt en moet er met teveel kracht aan de
pijp worden getrokken, meestal gaat de pijp dan vaak uit. Ook een te los gestopte pijp
kent nadelen, zoals nat en scherp roken en ook deze pijp zal vaak uit gaan.
Bij het
stoppen van de pijp moet je ook steeds in de gaten houden of de tabak in de kop een beetje
terugveert als deze wordt ingedrukt. Gebeurt dit niet dan is de tabak te strak gestopt.
De pijp gaat uit en nu?? Geen probleem, even de overtollige as uit de pijp laten
vallen in een asbak en dan weer opnieuw aansteken. Klop in geen geval met een warme pijp
op een asbak, de kans op breuk is dan zeer groot. Ook een afgekoelde pijp nooit zomaar op
de asbak afkloppen. Er zijn speciale asbakken in de handel die zijn voorzien van een
stukje kurk waarop de pijp gerust kan worden uitgeklopt (maar altijd met beleid).
Als na het aansteken van de pijp de krullende tabak omhoog komt, deze gewoon met de
stamper weer terugbrengen in de kop, opnieuw iets aanstampen en eventueel weer aansteken.
|
naar
boven |
|

Nadat
de pijp op de juiste wijze is gestopt volgt het roken van de pijp. Het belangrijkste is nu
het aansteken van de tabak. Waarmee doe je dat het beste? Er is niet een beste manier om
een pijp aan te steken, gebruik een lucifer of een gasaansteker. Vermijd het gebruik van
een benzine aansteker, omdat die de smaak van de tabak negatief kan beinvloeden. Zorg
ervoor dat over het gehele oppervlak de tabak brandt, dit gaat erg goed door een lucifer
te houden zoals op het plaatje hiernaast. Door de brede vlam wordt een groot oppervlak
tabak aangestoken.
Rook na het aansteken de pijp door rustig en gelijkmatig te blijven
trekken en door de tabak geregeld aan te drukken. Tijdens het roken blijft dit regelmatig
aandrukken nodig, omdat de tabak door de verbranding steeds iets omhoog komt.
Zou je niet regelmatig de tabak aandrukken, dan komt deze te los in de
pot te liggen en gaat de pijp nat en heet roken. Druk de tabak ook niet te hard aan, want
als de tabak te vast wordt aangedrukt wordt het zwaar trekken en dus onprittig roken.
Overigens gaat in beide gevallen de pijp sneller uit.
Trek steeds als er wordt aangedrukt om te vast aandrukken te
voorkomen. Mocht te pijp toch te vast gestopt raken, probeer dan met een pijpenrager via
het mondstuk tot in de ketel door te stoten. Als dit niet lukt moet met de wroeter de hele
tabak in de kop losgemaakt worden. In dat laatste geval is het vaak beter om de pijp leeg
te maken en weg te leggen, herstoppen lukt maar zelden echt goed omdat de tabak
ondertussen veel natter is geworden (bij verbranding komt water vrij).
Vaak krijgen pijprokers de brand op de tong, dit wordt veroorzaakt
door de tabakssappen en teer die in het mondstuk condenseren en dan bij het trekken in de
mond komen. Onder het roken kan even een pijpenrager in het mondstuk gestoken worden om
dit op te soppen, haal daarvoor NOOIT de warme pijp uit elkaar. Rustig roken en de steel
omhoog houden helpen, even als heel licht in het mondstuk blazen (maar dan wel heel licht
alsvanwege anders een vulkaan aan de andere kant van de pijp).
|
naar boven |
|

- Haal een pijp NOOIT uit elkaar tijdens of direct na het roken, een pijp moet
volledig afgekoeld zijn voordat hij uit elkaar wordt gehaald, anders gaat op den duur het
mondstuk loszitten.
- Laat een leeggerookt pijp geen dag liggen met as en tabaksresten in de kop, de pijp gaat
op den duur bitter smaken.
- Steek lucifers liever niet in de kop omlaag, hou ze erboven en zuig de vlam omlaag. Er
komt bij de verbranding van lucifers wat parafine vrij en dat kan langzaam de smaak van
een pijp bederven.
- Rook rustig. Driftige of snelle trekjes geven u een onrustige en vlug brandende pijp,
die niet half zo goed smaakt.
- Behandel je pijp met aandacht. Voorkom beschadigingen van koprand en mondstuk of zelfs
het breken van dat mondstuk daar waar het in de tige steekt, door de pijp nooit op een
hard voorwerp uit te kloppen of een warme pijp uit elkaar te halen.
- Hoewel het bevochtigen van een nieuwe pijp niet noodzakelijk is, mag het wel. In plaats
van water kunt u ook bijvoorbeeld honing, siroop, rum of whisky gebruiken. Laat het vocht
wel even goed intrekken. U kunt ook eenvoudig de binnenkant met schuurpapier eerst even
heel licht opruwen en dan bevochtigen. Gebruik nooit oliën of vetten om te bevochtigen.
Hierdoor brandt de pijp in.
|
naar
boven |
|