Norden, Oost-Friesland
oorspronkelijke
woonplaats van de familie (Habben) Jans(s)en
door Eddy M. Habben Jansen,
reacties:
(
)
In de Ostermarsch nabij
het Oost-Friese stadje Norden -in het huidige Duitsland- werd in 1797
Willem Gommels Habben Janssen geboren. Hij zou enkele tientallen jaren later
naar Nederland vertrekken en werd daar de 'stamvader' van de
familie Habben Jansen
. Alle dragers van deze naam stammen van hem af. Zijn broer Janns bleef
in de omgeving van Norden wonen; veel van
diens afstammelingen wonen nog altijd in die streek. Willem's vader
en grootvader waren beiden landbouwer en/of landarbeider. Over eerdere
generaties is niets bekend, maar we mogen aannemen dat die agrarische traditie
verder teruggaat. De familie woonde dan ook niet binnen de stad Norden,
maar
op het platteland in de omgeving, afwisselend in Lintel, Lütetsburg,
de Westermarsch en de Ostermarsch. Op de kaart links, een fragment van een
ongedateerde, vermoedelijk 18e eeuwse kaart, is de stad Norden nog gelegen
aan zee. Sindsdien is de stad door landaanwinning en de aanleg van dijken
verder landinwaarts komen te liggen, zoals te zien op de rechterkaart, die
dateert van het einde van de twintigste eew. Ten zuidwesten van de stad ligt
de Westermarsch, ten noordoosten de Ostermarsch; Lintel ligt daar tussenin
Lütetsburg staat op de oude kaart vermeld als Lutesborch en ligt iets
ten oosten van Norden.
Het Duitse Marsch heeft dezelfde betekenis als het Nederlandse mars, marsland
of marsgrond: lage, drassige kleigrond. Hoewel dijken het land tegen het
water moesten beschermen werd het gebied regelmatig door overstromingen getroffen.
Zo was er de grote Kerstoverstroming van 1717, waarbij 282 mensen verdronken.
In de jaren daarna werden voor meer dan 1 miljoen Hollandse guldens nieuwe
dijken aangelegd. Ook in 1751 en 1756 volgden nog grote stormvloeden in het
gebied.
Met zijn ouders en grootouders zag Willem verschillende machthebbers komen
en gaan. Vanaf 1744 behoorde Oost-Friesland tot het Pruisische Rijk, in
1806 werd het door Hollandse troepen veroverd. Twee jaar later werd Oost-Friesland
het elfde Hollandse departement, om in 1810 met het hele koninkrijk Holland
bij het Franse keizerrijk te worden ingelijfd. Na het einde van de Franse
tijd ging het gebied in 1815 deel uitmaken van het koninkrijk Hannover,
om zo uiteindelijk in de loop van de negentiende eeuw een deel van Duitsland
te worden.
Landverhuizer
Willem verliet zijn geboortestreek in de Hannoverse periode, wat we bijvoorbeeld terug kunnen vinden in de stukken die hij bij zijn huwelijk moest overleggen. We lezen erin dat de Koninklijke Hannoversche Consul te Amsterdam verklaart dat de uit Norden afkomstige bescheiden 'alle teekenen van Echtheid dragen'. Wat voor Willem precies de aanleiding is om naar Holland te vertrekken zullen we nooit precies weten, maar waarschijnlijk zullen economische motieven voor hem doorslaggevend zijn geweest. Oost-Friesland was betrekkelijk arm en in het westen van Nederland was vraag naar (seizoens)arbeid. Bovendien was Willem op jonge leeftijd wees geworden. Zijn ouders en zusje kwamen in de winter van 1811 bij een ongeluk om het leven. In de kerkboeken van Norden is een beschrijving van het ongeluk te vinden, waarbij het omgekomen kind overigens ten onrechte als een jongetje wordt aangeduid: 'Ebbe Habben, Sohn der zuvor genannten Eheleute Habbe Janssen und Aafke Wilms, verunglückte zugleich mit seinen Eltern, welche es, da sie Ihre Verwandten in Lütetsburg besuchen wollten, mitnahmen, indem das Eis brach und Vater, Mutter und Sohn im Wasser einen traurigen Tod fanden.' Bij vader Habbe Janssen staat als woonplaats de Ostermarsch vermeld, zodat aannemelijk is dat het water waar het drietal verdronk het Norder Tief was, dat tussen de Ostermarsch en Lütetsburg stroomt (zie ook het rechter kaartje). Ook wanneer Willem naar Nederland kwam is niet precies bekend. Op 1 mei 1839 werd hij ingeschreven in de gemeente Ter Aar, afkomstig uit Nieuwkoop. Over de redenen om in Nederland te blijven is iets meer bekend. Op 29 november 1839 trouwde hij met de zeventien jaar jongere Stijntje van Leeuwen. Ruim een maand later werd hun eerste zoon geboren.
Achterblijvers
Willem's jongere broer
Janns Habben bleef in de omgeving van Norden wonen en werkte er eerst als
arbeider later als tolheffer. Tenminste één van zijn twee
zonen, genaamd Habbe (geb. 1829), naar zijn grootvader, bouwde een bestaan
als boer op en woonde op boerderij Westerburg in Westgaste, een buurtschap
aan de westelijke rand van Norden. De
Westerburg was een zeer oude stenen boerderij, vroeger bekend onder de
naam Westerhues (zie Ufke Cremer, Norden im Wandel der Zeiten, Norden 1955,
pp. 95 en 101). De Westerburg was een zogenaamde 'Krüzelwark'-boerderij,
met als belangrijkste kenmerk het dwarsgeplaatste stenen voorhuis. Op het
hier rechts afgebeelde fragment van de plattegrond van Norden van 1882, te
vinden op pagina 138 van Gerhard Canzler's Norden, Handel und Wandel (Norden
1989) is rechtsonder de ligging en de vorm van de boederij goed te zien.
De weg die langs de boerderij loopt is de Knyphausenstrasse. Ook Habbe's
zoon Albertus Janssen (geb. 1869) woonde op de boerderij. Lange tijd woonde
ook diens ongehuwde zuster Antje er. De laatste telg van de familie die er
woonde was Albertus' jongste zoon Ernst Janssen (geb. 1905) met vrouw en
kinderen. Hij liet het pand omstreeks 1960 slopen wegens bouwvalligheid en
bouwde er een nieuwe woning vlak naast. Achter de plek waar vroeger de Westerburg
stond, ligt tegenwoordig de Schwanenteich, een plas die Ernst Janssen liet
graven ten behoeve van zandwinning.