Beginpagina | |
Overzicht site | Jolande Withuis |
Joke Smit: Het onbehagen bij de vrouw, 1967 | |
NRC-Handelsblad, 31 oktober 1997, Boekenkatern, in de rubriek "De oogst van onze eeuw" | |
Precies dertig jaar geleden, in
november 1967, verscheen in het toen toonaangevende
maandblad De Gids
het artikel dat kan worden beschouwd als de start van de
"tweede feministische golf" in Nederland. De
Gids gaf een themanummer uit over
onbehagen, en Joke Kool-Smit (1933-1981) publiceerde
daarin een lijvig stuk, getiteld Het
onbehagen bij de vrouw. Het is het
enige stuk dat langer is meegegaan dan het desbetreffende
Gidsnummer. Tot op de dag van vandaag is het een
klassieker - in vele bundels herdrukt en aan
universiteiten en sociale academies nog steeds gelezen. Waaraan
dankt het die betekenis? Het
onbehagen bij de vrouw is geen
systematisch, helder opgebouwd stuk, het bevat geen
nieuwe wetenschappelijke vergezichten en mooi geschreven
is het ook niet. Integendeel: het roert een veelheid van
onderwerpen aan (werk, kinderen, huwelijk, seks, abortus,
anticonceptie, belastingtarieven, woningnood, schoonmaak,
gelijke betaling, vrouwenrechten), die worden afgehandeld
zonder de ordenende hulp van een politieke of sociale
theorie. In dat opzicht verschilde Smit wezenlijk van
Simone de Beauvoir, wier existentialistisch getoonzette Le
Deuxième Sexe in diezelfde tijd in
vertaling uitkwam, en van Amerikaanse radicaal-feministen
als Shulamith Firestone en Kate Millett, die net wat
later wel met uitgewerkte theorieën kwamen ter
verklaring van de onderdrukte positie van vrouwen. Evenmin
als het huwelijk wees Smit het krijgen van kinderen af.
Ze bepleitte gezinsplanning;
het zou mooi zijn als vrouwen enigszins in de hand zouden
hebben hoeveel en wanneer; dat kan, vervolgde ze
opgewekt, want we hebben nu de pil en die koppelt
"paring los van baring" en "de vrouw los
van de konijnen". Uit haar stuk kwam bovendien
onmiskenbaar naar voren dat zij schreef vanuit haar eigen
ervaring als moeder van jonge kinderen, tot wanhoop
gedreven omdat ze 's avonds doodmoe is zonder dat ze
overdag echt iets tot stand heeft gebracht. "Een
huisvrouw die haar leven gekoppeld ziet aan kleine
kinderen beleeft een periode van regressie" en raakt
afgestompt en gemakzuchtig. Vrouwen
zijn een "kudde stofzuigervee", vatte Smit een
aantal arbeidsenquêtes samen; een kudde waar
personeelsfunctionarissen niets mee aankunnen, want het
ontbreekt de kudde aan ambitie. Klopt, erkende Smit, die
kritiek op de eigen sekse nooit schuwde. Klopt, maar daar
zijn wel redenen voor. Vrouwen leren dat hun leven niet
hun project is. Terwijl voor de man het huwelijk
"maatschappelijk gezien een incident is", is
het voor de vrouw in dubbele zin haar levenswijze. Ten
eerste omdat haar status als vrouw afhangt van het
getrouwd zijn; ten tweede omdat ze met haar huwelijk ook
haar verdere leven in handen legt van haar man. Zijn
inkomen en positie zijn tegelijk de hare, van háár
inspanningen hangt niets af. Logisch dat vrouwen op hun
werk vaak passief en ongeïnteresseerd zijn, en meisjes
niet willen doorleren. Vrouwen staan door hun beperkte
huiselijke rol buiten de maatschappij en dat schaadt hun
geestelijke onafhankelijkheid, hun zelfrespect, hun
echtelijke relatie en de opvoeding van hun kinderen. Joke Smit radicaliseerde na haar eerste publicatie even snel als de in diejaren opbloeiende feministische beweging. Hoewel ze in 1968 samen met o.a. de latere minister Hedy d'Ancona de emancipatievereniging Man-Vrouw-Maatschappij oprichtte, bepleitte ze op het eind van haar leven een vrouwenpartij; dat resulteerde tijdelijk in een "Kamerbreed vrouwenoverleg". Maar ook al stapte zij in 1971 met een opzienbarende redevoering uit de Amsterdamse gemeenteraad (ze vergeleek de politieke omgangsvormen van haar mannelijke collega's met "de grootste pik opzetten"), de praktische politiek schuwde ze nooit. Onder de vele adviesraden en overleggen waarin zij zitting had, was de mede door haar toedoen in 1974 ingestelde Emancipatie Kommissie, voorgangster van de Emancipatieraad. Joke Smit, van oorsprong docente Frans en sociaal-democrate, werd de moeder van het Nederlandse feminisme. Haar publicatielijst is indrukwekkend, en de tomeloze energie waarmee ze zich inzette voor de vrouwenzaak liet zelfs niet af toen ze de dodelijke ziekte kreeg waaraan ze in 1981, nog geen vijftig jaar oud, overleed. "Ik wil dat het voor mijn dochter en mijn kleindochter beter wordt", heette haar laatste televisie-interview, uitgezonden na haar begrafenis. En het is voor de generatie na haar beter geworden. Toen Smit haar onbehagen verwoordde had zo'n twee procent van de vrouwen met kinderen een baan, nu is dat bijna 50 procent (al gaat het daarbij nog vaak om baantjes). Maar mijn belasting betalen onder de naam waarmee ik mijn inkomen verdien, lukt nog steeds niet. |
|
Ter gelegenheid van het dertigste verschijningsjaar van "Het onbehagen bij de vrouw" verschijnt De Gids deze maand met een dubbelnummer over "onbehagen". Een bundel met artikelen van Joke Smit werd in 1984 onder de titel "Er is een land waar vrouwen willen wonen" uitgegeven. Net als de eerdere bundels, "Hé zus, ze houen ons eronder" (1972) en "De moeder van Marie kan meer" (1975) alleen antiquarisch verkrijgbaar. | |
Colofon © Jolande Withuis,
1997 |
|