Dag van de Filosofie 2



In zijn lofrede op de VS in het dagblad Trouw stelt de VU-docent Govert Buijs impliciet dat de VS de internationale rechtsorde nagenoeg nooit schendt, al was het maar omdat ‘het verlangen naar politieke vrijheid, zo nemen de Amerikanen aan, het diepste politieke verlangen [is] van alle volken op deze aardbodem.’ Daarnaast is het zich steeds ‘bewust geweest van de imperiale rol die het in de wereld toebedeeld heeft gekregen.’ Van wie ’s werelds machtigste natie die imperiale rol ‘toebedeeld’ heeft gekregen, blijft in zijn artikel onduidelijk, maar gezien de uitspraken van talloze Amerikaanse presidenten mogen we ervan uit gaan dat dit de christelijke God is geweest. Als rentmeester van die hemelgod staat Washington met alle beschikbare middelen garant voor de expansie van ‘Zijn Rijk op aarde.’ Wie anders zou de alleenheerschappij moeten hebben, immers ‘het huidige Europa mist de moreel-politieke kern van het Amerikaanse imperium – en het is er jaloers om,’ aldus de wijsgerige Buijs. Tegen het einde van zijn betoog in Tilburg verklaarde hij dat de VS de grondlegger is geweest van de internationale rechtsorde. Zo was ‘de volkenbond een exclusief initiatief van president Woodrow Wilson,’ zonder erbij te vermelden dat dit ‘exclusief initiatief’ geenszins belangeloos was, getuige Wilsons opmerking dat ‘als we erin zitten, [we] dan de beslissende factor [zullen] worden in de ontwikkeling van de beschaving.’ De blanke, expansionistische christelijke beschaving om precies te zijn, die al vanaf de Renaissance haar koloniale zegeningen met een overmaat aan agressie over de gehele wereld verspreidt. Onmiddellijk na dr. Buijs kreeg ik het woord. Ik stelde me voor als journalist, die de feiten controleert en las een uitspraak voor van dezelfde Woodrow Wilson. In 1912 had hij, aan de vooravond van zijn presidentschap, verklaard dat ‘aangezien… de fabrikant erop staat de hele wereld als een markt te hebben, de vlag van deze natie hem [moet volgen] en de deuren van de naties die voor hem gesloten zijn moeten worden ingebeukt. Concessies verkregen door financiers moeten worden beschermd door de ministers van buitenlandse zaken zelfs wanneer de soevereiniteit van onwillige naties daarbij geschonden wordt.’ Met betrekking tot Latijns Amerika was zijn regering de mening toegedaan dat de bevolking daar ‘ondeugende kinderen zijn die de privileges en rechten van volwassenen uitoefenen’ en die derhalve ‘een krachtige, en gezagafdwingende hand’ nodig hadden. Eerder al had president William Howard Taft opgemerkt dat ‘de dag niet veraf meer is [wanneer] de hele hemisfeer van ons zal zijn, zoals het, door de deugdzaamheid van ons superieur ras, in feite al moreel van ons is.’ In Wilson’s visie werd Amerika gedreven door ‘verheven idealen’ en richtte het zich op ‘stabiliteit en rechtvaardigheid.’ Het had daarom een onbetwistbaar recht op de hegemonie en was het niet meer dan normaal dat het imperialistisch is. De genocidale verovering van de Filippijnen was volgens hem gerechtvaardigd, omdat ‘onze belangen voorwaarts moeten marcheren, hoe altruïstisch we ook mogen zijn; andere naties moeten ervoor zorgen dat ze op een afstand blijven, en niet proberen ons tegen te houden.’ Kortom, de gedachte dat Amerika ‘als voorhoede van de geschiedenis’ een missie in de wereld heeft, die desnoods met geweld moet worden verwezenlijkt om zo de wereldorde te kunnen veranderen, waarbij het natuurlijk onvermijdelijk de suprematie in handen houdt. Zoals iedere onafhankelijke waarnemer weet, leidt deze ‘gezagafdwingende’ ideologie tot ernstige schendingen van het internationaal recht. Achter alle ‘verheven idealen’ schuilt de onbeheerste wil tot heersen. Ze dienen als propaganda ter legitimering van een onverzadigbare materiele begeerte.

Hoe desastreus ‘de stabiliteit en rechtvaardigheid’ voor ‘onze kleine bruine broeders’ ook mochten zijn, de VS zelf voer er wel bij. Dat bleek onder andere uit een geheime nota uit 1948 van de beleidsbepaler George Kennan, die als hoofd van het Planningbureau van het ministerie van Buitenlandse Zaken de architect was van de naoorlogse Amerikaanse containment politiek, vier decennia lang de hoeksteen van het buitenlandse politiek tegenover de Sovjet Unie. Kennan had in 1948 geschreven: ‘Wij hebben ongeveer 50 procent van de rijkdommen in de wereld, maar slechts 6,3 procent van haar bevolking… In deze omstandigheden zullen we niet in staat zijn te voorkomen dat wij het voorwerp worden van jaloezie en haat. Onze werkelijke taak in het komende tijdperk is om een netwerk van betrekkingen op te bouwen die ons in staat stelt deze positie van ongelijkheid te handhaven… Daartoe zullen we alle sentimentaliteit en dagdromen opzij moeten zetten en dient onze aandacht overal geconcentreerd te zijn op onze directe nationale doelstellingen… We moeten ophouden te spreken over vage en… imaginaire doelstellingen als mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering. De dag is niet veraf dat we in pure machtsconcepten moeten handelen. Hoe minder we daarbij gehinderd worden door idealistische slogans, des te beter het is.’ Natuurlijk was deze nota voor intern gebruik. Naar buiten toe moeten de ‘imaginaire doelstellingen’ worden uitgedragen door de massamedia en op universiteiten, zodat zowel het volk als de intellectuelen overtuigd worden van hun morele superioriteit. Daarentegen weten machthebbers die de loop der geschiedenis bepalen maar al te goed waar het werkelijk omdraait. Zo schreef het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken dat ‘het economisch imperialisme van de Amerikaanse handelsbelangen, ons er probeert uit te werken.’ En de toenmalige Britse minister van Buitenlandse Zaken vertelde zijn kabinetscollega’s dat hun Atlantische bondgenoot ervan overtuigd was ‘dat de VS voor iets staat in de wereld – iets dat de wereld nodig heeft, iets dat de wereld leuk zal gaan vinden, iets dat de wereld tenslotte zal accepteren, of ze het nu leuk vindt of niet.’ Aldus de opvatting van de Britse elite over het uiteindelijke resultaat van Wilson’s ‘idealisme’ met zijn ‘moreel-politieke kern.’ Gaan we af op de visie van dr. Buijs dan spreekt hier slechts een verstokte representant van ‘een zielloos Europa… beheerst sinds de late Middeleeuwen… door die merkwaardige notie van “souvereiniteit.”’ Hij waarschuwt ons dan ook met klem dat ‘het levensgevaarlijk [is] allerlei culturele bezwaren die men koestert tegenover Amerika… door te laten spelen in de politieke beoordeling van dit Imperium.’ Imperium met hoofdletter, net als een rotsvast gelovige christen ‘Het Rijk Gods’ op aarde met hoofdletters spelt. Tijd om af te vanuit de ijle sfeer van dit soort ‘wijsbegeerte en spiritualiteit’ af te dalen naar de harde werkelijkheid van het dagelijks leven. De wijze waarop Kennans beleidsnota in de praktijk uitwerkte, blijkt uit de feiten. Enkele van de talloze voorbeelden van deze machtspolitiek. Toen in 1951 het Iraanse parlement unaniem bij wet regelde dat de enige oliemaatschappij in dat land, BP, werd genationaliseerd, organiseerde het Westen onmiddellijk een vernietigende economische embargo. Tegelijkertijd gingen miljoenen dollars aan CIA geld naar illegale praktijken om premier Mossadegh ten val te brengen en de Sjah de alleenheerschappij te geven, wat twee jaar later ook gebeurde. Het resultaat van deze bloedige machtswisseling was ruim twee decennia later te lezen in een rapport van Amnesty International. In 1976 concludeerde Amnesty dat de door de CIA getrainde Iraanse geheime dienst, Savak, op het gebied van mensenrechtenschendingen de ergste staat van dienst ter wereld had en dat het aantal en de gevarieerdheid van de marteltechnieken, die de Iraanse beulen van de Amerikanen hadden geleerd, ‘onvoorstelbaar’ waren.

In 1954 werd met behulp van tenminste twintig miljoen dollar aan Amerikaans belastinggeld de democratisch gekozen president Jacobo Arbenz van Guatemala verdreven. De na een verpletterende overwinning gekozen Arbenz, die zijn ‘onderontwikkeld land met een overwegend feodale economie’ wilde veranderen in een ‘moderne kapitalistische staat,’ maakte daarbij een fundamentele fout: hij legde beslag op een stuk braakliggend land dat in handen was van Rockefeller’s United Fruit Company. Terwijl United Fruit in een PR-campagne Arbenz afschilderde als een willig gereedschap van ‘de internationale Communistische samenzwering,’ organiseerden Rockefeller’s persoonlijke vrienden, de minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles en zijn broer Allen Dulles, hoofd van de CIA, een reeks gewelddadige sabotageprogramma’s, waarbij het openbare leven in Guatemala werd ontwricht. Tenslotte hielp Washington een stroman, generaal Castillo Armas, aan de macht, wat het begin was van een serie bloeddorstige regimes die de afgelopen halve eeuw meer dan honderdduizend Guatemalteken hebben laten vermoorden. In 1965 verschafte de CIA het door de VS getrainde en gesteunde Indonesische leger lijsten met namen van linkse Indonesiërs die moesten worden vermoord. Volgens diplomatieke documenten moest dit het begin zijn van een militaire machtsovername. In een paar weken tijd werden naar schatting tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen op een vaak gruwelijke wijze gedood. Tien jaar later viel het leger van het Soeharto-regime Oost-Timor binnen, een voormalige Portugese kolonie met aanzienlijke olie voorraden. Bij het daaropvolgende verzet tegen de bezetter werd eenkwart tot eenderde van de Oost-Timorezen met Amerikaanse wapens uitgeroeid, gerekend naar het aantal inwoners de grootste genocide sinds de holocaust. In 1995 schreef de voormalige Amerikaanse minister van Defensie Robert McNamara dat als gevolg van het Vietnam-beleid van ‘de regeringen Kennedy, Johnson en Nixon… verschrikkelijk leed’ hadden toegebracht aan miljoenen mensen, omdat ‘wij de macht onderschatten van het nationalisme teneinde een volk te motiveren… om te vechten en te sterven voor hun overtuigingen en waarden- en we blijven dat vandaag de dag nog steeds doen in vele delen van de wereld,’ terwijl ‘wij niet het door Rondgegeven recht hebben om elke natie naar ons eigen beeld te scheppen.’ McNamara wees erop dat de ‘defensie uitgaven [in de VS] tijdens het fiscale jaar 1993 in totaal 291 miljard dollar bedroegen –25 procent meer… dan in 1980.’ Eenkwart meer, ondanks het feit dat de Koude Oorlog voorbij was, hetgeen aantoont dat de Sovjet Unie niet de oorzaak maar de aanleiding was van de militarisering van Amerika. ‘De VS spendeert bijna evenveel voor nationale veiligheid als de rest van de wereld tezamen.’ Volgens hem zijn tijdens de Vietnam-oorlog 3,4 miljoen Zuidoost Aziaten om het leven gekomen, onder wie talloze burgers van Laos, het zwaarst gebombardeerde land in de geschiedenis als we uitgaan van het aantal inwoners. Eenkwart van de bevolking vluchtte naar grotten in de bergen om aan het bruut geweld te ontkomen. De Amerikaanse luchtmacht gooide twee keer zoveel bommen op Laos dan destijds op Nazi-Duitsland, tien jaar lang elke 9 minuten een clusterbom. Omdat –volgens ‘USA TODAY,’ tien tot dertig procent van deze tegen mensen gerichte, in kleine fragmenten uiteenspattende bommen, niet explodeerde, komen tot op de dag van vandaag nog steeds Laotianen om het leven, de meerderheid van hen spelende kinderen. Ook Cambodja leed onder het Amerikaans terrorisme, een ander woord is er niet voor, tenminste als we de definitie hanteren zoals afgedrukt in het Amerikaanse Leger Handboek, waarbij terrorisme omschreven wordt als ‘het bewust geplande gebruik van geweld of dreiging van geweld om doelen te bereiken die politiek, religieus, of ideologisch van aard zijn.’ Meer dan 600.000 Cambodjanen kwamen om bij Amerikaanse bombardementen en door de totale verwoesting van landbouwgronden werden de overlevenden geconfronteerd met een massale hongersnood.

Desondanks is volgens dr. Buijs ‘het verlangen naar politieke vrijheid, zo nemen de Amerikanen aan, het diepste politieke verlangen van alle volken op deze aardbodem.’ De vraag is alleen: welke Amerikanen? De beleidsbepalers zeker niet zoals blijkt uit president Nixon’s opdracht om te voorkomen dat Salvador Allende president van het democratische Chili zou worden. Dat moest met alle mogelijke middelen worden gesaboteerd. ‘Kan niet schelen hoe riskant… 10 miljoen dollar beschikbaar, zo nodig meer. Fulltime karwei – beste mensen die we hebben… Laat de economie kermen. 48 uur voor plan de campagne,’ waren zijn genotuleerde woorden. Ondanks de Amerikaanse inmenging en schending van de soevereiniteit van Chili werd Allende tijdens vrije verkiezingen gekozen als nieuwe president. Onder leiding van de toenmalige Nationale Veiligheidsadviseur Henry Kissinger werd in het geheim ‘een strategie van destabilisatie, ontvoering en moord,’ ontwikkeld ‘met het doel een militaire staatsgreep uit te lokken,’ zo blijkt uit vrijgekomen documenten. Op 11 september 1973, de dag dat de Senaat Kissinger’s benoeming als minister van Buitenlandse Zaken sanctioneerde, werd Allende tijdens een gewelddadige staatsgreep vermoord. Omdat hier sprake was van een grove schending van de internationale rechtsorde verklaarde minister Kissinger tegenover de Senaatscommissie voor buitenlandse betrekkingen dat de Amerikaanse regering geen enkele rol had gespeeld in die militaire coup. Op zijn beurt beschreef de Amerikaanse marineattaché in Chili, Patrick Ryan in een intern rapport de elfde september tevreden als ‘onze D-day’ om vervolgens te concluderen dat ‘Chili’s coup de etat (sic) bijna perfect’ was. Onmiddellijk nadat de wettige en democratisch gekozen regering van Chili was uitgeschakeld, kreeg het militaire regime die de macht had gegrepen aanzienlijke economische en militaire steun van de VS. Dat in Chili intussen op grote schaal de mensenrechten ernstig werden geschonden, speelde daarbij geen enkele rol. Integendeel, zo valt te lezen in een in 1999 vrijgegeven Amerikaans memorandum, waarin een gesprek tussen Kissinger en juntaleider Pinochet te lezen is. Het onderhoud vond plaats op 8 juni 1976, op de dag dat Henry Kissinger een toespraak zou houden voor de Organisatie van Amerikaanse Staten over het onderwerp mensenrechten. Gedwongen door de publieke opinie en het Congres moest hij als Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken in het openbaar enkele kritische opmerkingen maken over de martelingen en verdwijningen van politieke tegenstanders in Chili. Voorafgaand aan dit optreden zei Kissinger in een gesprek onder vier ogen geruststellend tegen de despoot Pinochet: ‘De toespraak is niet tegen Chili gericht. Dat wilde ik u zeggen. Naar mijn oordeel bent u een slachtoffer van alle linkse groeperingen ter wereld en bestaat uw grootste zonde erin dat u een regering omver hebt geworpen die bezig was communistisch te worden… We hebben de omverwerping van de pro-communistische regering hier met instemming begroet. We zijn er niet op uit uw positie te verzwakken… Ik wil graag onze betrekkingen en vriendschap bevorderen.’ In 1998 vertelde Zbigniew Brzezinski, de Nationale Veiligheids Adviseur onder president Carter tegen het Franse weekblad Nouvel Observateur dat de Verenigde Staten voor 1980 de voormalige Sovjet Unie bewust had geprovoceerd om Afghanistan binnen te vallen door in het geheim islamitische extremisten in dat land financieel en militair te steunen, waardoor ze een gewapende strijd tegen de pro-sovjet regering konden beginnen. Op de vraag of hij daar nu geen spijt van had, antwoordde Brzezinski: ‘Spijt waarover? Die geheime operatie was een uitstekend idee. Het had als resultaat dat de Russen in de Afghaanse val trapten en wil je dat ik dat betreur? De dag dat de Sovjets officieel de grens waren over gestoken, schreef ik aan president Carter, in essentie: ‘We hebben nu de gelegenheid om de USSR zijn eigen Vietnam Oorlog te geven.’ Deze geopolitieke strategie kostte een miljoen Afghanen het leven, maakte drieënhalf miljoen Afghanen tot vluchteling en verwoeste de infrastructuur van het toch al arme land. Met het oog op een ongestoorde oliedoorvoer vanuit de Kaspische Zee regio vielen twee jaar geleden de Amerikanen zelf Afghanistan binnen om er Hamid Karzai, de voormalige employee van de Amerikaanse oliemaatschappij Unocal tot ‘interim president’ te verheffen. Teneinde de steun af te kopen van de talloze oorlogsbaronnen doet Washington ondertussen niets wezenlijks tegen de explosieve groei van de opiumteelt. Volgens de VN is sinds de Amerikaanse inval Afghanistan weer ’s werelds grootste producent van heroïne. Tegelijkertijd zijn al meer dan tienduizend Afghaanse burgers slachtoffer geworden van de Amerikaanse bombardementen, meer dan drie keer zoveel als op 11 september 2001 vielen. Desondanks hebben zowel de massamedia als bepaalde academische kringen in Nederland hiervoor nauwelijks of geen aandacht. Bovendien wordt de beschikbare informatie niet in een bredere context geplaatst. Misschien wel het meest illustrerend voor het feit dat de schijn in deze gruwelijke farce de werkelijkheid heeft vervangen, was het nieuwsbericht dat de olie adviseur Karzai door het modehuis Gucci tot de best geklede staatsman ter wereld is uitgeroepen. Zo werd de slechtst verklede marionet op aarde alsnog een salonfähige icoon van het ‘nieuwe democratische Afghanistan.’ En dit allemaal dankzij ‘de moreel-politieke kern’ van een supermacht die voortbouwt aan ‘zijn netwerk van betrekkingen’ om de ‘positie van ongelijkheid te handhaven,’ waarbij ‘mensenrechten, het verhogen van de levensstandaard, en democratisering’ vanzelfsprekend ‘imaginaire doelstellingen’ blijven.

Meer over het ‘Groot Amerika Debat’ in de volgende aflevering.


terug